In deze gastblog schrijft Veerle over haar ervaringen met kunstzinnige therapie.
Ik ben Veerle, 51 jaar en een KOPP kind (Kind van Ouder(s) met Psychische Problemen). Dit heeft grote invloed op mij gehad omdat ik tijdens mijn kindertijd niet 'gewoon' kind kon zijn. De rollen tussen mij en mijn moeder waren al op jonge leeftijd omgedraaid. Hierdoor zijn er problemen ontstaan wat betreft mijn eigen identiteitsvorming (ongezonde symbiose), het voelen en uiten van ongemakkelijke emoties en het aangeven van mijn grenzen.
Naast mijn sessies met een psychotherapeut, zocht ik een andere manier om mijn gevoelens en ervaringen tot uitdrukking te brengen. Kunstzinnige therapie heeft mij hierbij enorm geholpen doordat het werk me een spiegel voorhoudt van wat er leeft in mijn binnenwereld. Bij Anita ben ik begonnen om mijn leven in beeld te brengen. Dit is een hele reis en tijdens deze reis kom ik allerlei thema's tegen die aandacht vragen. Ik denk daarbij aan mijn verlieservaringen en de impact die deze op mijn leven hebben gehad. De kunstzinnige therapie helpt me ook bij mijn rouwproces.
Tijdens het werk zet ik mijzelf centraal. Ik krijg de ruimte om in alle rust met het gekozen materiaal bezig te gaan, vanuit een opdracht. Daarna wordt er samen naar het werk gekeken en bespreken we vooral de ervaringen. Hoe was het om dit te maken, wat kwam ik erin tegen. Hoe heb ik het aangepakt?
In een serie tekeningen met houtskool heb ik stap voor stap het thema licht en donker uitgewerkt. Dit deed ik door vanuit het donker licht toe te laten en vervolgens door mezelf in een grot te tekenen, en later er weer uit, op weg de wijde wereld in. Ik ben samen met Anita aan het werk gegaan met vragen zoals: Hoe voelt het voor mij om in een grot te zijn, wat roept dit op? Hoe is het om mijn eigen schaduw te tekenen of andere schaduwen? Kan ik mezelf in de grot plaatsen of sta ik toch liever aan de rand van de grot zodat er wat uitzicht is? Wanneer ik de grot verlaat, hoe ziet dan mijn innerlijk landschap eruit? Het heeft lang geduurd voordat ik me veilig voelde in die grot. Toen zag ik ook dat het figuurtje dat ik voorheen tekende er nu anders uitzag. Dit was voor mij een erg belangrijk moment om daar echt te kunnen zijn. Vervolgens kon ik weer een stap verder zetten.
Ook heb ik geëxperimenteerd met mijn eigen donkerte. Ik was daar erg bang voor maar had er ook behoefte aan om er mijn eigen kleur of vorm aan te geven. Vooral houtskool en pastelkrijt waren hier fijn materiaal voor. Ik had doordat ik werkte met een plat krijtje vrijwel direct contact met het papier en kwam daardoor al heel snel bij mijn gevoel. Deze opdracht op een groot vel papier heeft ervoor gezorgd dat ik echt bij mijn emoties van boosheid kon komen. Ook thuis zet ik deze manier van werken nu in wanneer ik mijn emoties wil uiten over het onrecht dat me in mijn jeugd is aangedaan.
Door deze vorm van therapie kom ik bij ervaringen die niet in woorden uit te drukken zijn. Werken met verf of met krijt of andere materialen waar ik mee bezig ga vertellen me een ongekend verhaal. Ik zie het werk als getuige van dat wat er, vaak onbewust, in mij leeft. Daarbij is niet alleen het werken met materialen belangrijk maar ook het er op afstand naar kijken en het samen evalueren. Door bijvoorbeeld te zien waar ik mijzelf heb neergezet in een werkstuk krijg ik inzicht in de voor mij vertrouwde paden. Maar dit inzicht helpt me ook om andere mogelijkheden uit te proberen waardoor het in mijn dagelijks leven ook proactief werkt. Door het werk om te draaien of af te dekken kan het werk weer een hele andere onverwachtse betekenis krijgen. Het is vaak heel verhelderend geweest om zo naar mijn werk te kijken en te ontdekken wat mijn behoeftes en verlangens zijn.
Omdat het niet gaat over denken, maar doen en ervaren, kom ik tot diepere emoties. Daar waar ik met praten niet altijd bij kan komen, maar tijdens het tekenen of schilderen wel aangeraakt wordt. Het ene materiaal voelt anders dan het andere materiaal. De bewegingen, klein of groot over het papier kunnen veel oproepen. Omdat dit soms heel veel emoties oproept kan het me helpen om hier doorheen te tekenen (met krijt) of te schilderen. Maar ook kan het helpen om er woorden voor te vinden, mijn verhaal te vertellen over wat het bij me oproept. Soms ontstaat er zo weer een nieuwe hulpvraag die ik verder kan uitwerken.
Kunstzinnige therapie heeft me uiteindelijk heel erg geholpen om bij mijn innerlijk kind te komen. Zelfs thuis heb ik het expressief schilderen en werken met krijtjes weer ontdekt en voed ik het kind dat nu weer kind kan zijn en daar plezier aan beleefd.